De laatste maanden werden in beslag genomen door het sterfproces van mijn moeder. Het ontroerde me diep, hoe zij tevoorschijn kwam, door het verdwijnen van alle ruis.
Door de dementie, verloor alles aan betekenis. Ze hechtte aan steeds minder dingen belang en had beschikking over steeds minder woorden. Alles wat ze vond of waar ze een mening over had, was al lang verdwenen. Wat overbleef was een enorme vermoeidheid en daarbij; vriendelijkheid, optimisme en ‘een liefdevol zijn, in het moment en ieder moment opnieuw.’
Logisch dat ze moe was, ze reisde dimensie in en dimensie uit, ze klaarde klussen daarboven en daar beneden, steeds kwam ze weer terug in haar aardse lichaam in bed.
Alles wat er nog lag, alles wat nog aandacht nodig had, alles wat ze eerder in haar leven niet had kunnen doorwerken, pakte ze aan. En op dit eind, met het wegvallen van de laatste opsmuk, werd haar ziels essentie steeds helderder. Puur en liefdevol, praktisch en gegrond, in een soort stil midden, zonder drama en oersterk, ging ze de weg van het sterven.
Dit grote loslaten…
Het was pijnlijk en soms bijna ondraaglijk maar tegelijkertijd was het eervol en ze droeg het.
Mijn broer en ik waren er de laatste dagen om en om, ik zorgde voor rozen, prayer en een schone ruimte, hij bracht de nacht naast haar door op de bank. Samen wisselde we elkaar af en overlegden we. Met z’n drieën donderden we door de ruimten… De ruimte van het leven en de ruimte van de dood. Als een duizenden jaren oude afspraak. Zo moest het zijn.
Soms niet te doen, soms diep triest en soms magisch mooi.
Toen ze haar laatste adem uitblies en wij naast haar bed stonden, voelde het schoon, opgeschoond, geheeld, vrij, volbracht.
Diep dankbaar voor de hulp daarna van Alma Liora bij het creëren van de wonderschone uitvaart- ceremonie.
Het was een waardig afscheid.
Dag lieve mam, dank je wel dat je mijn moeder was.